NIEUWSBRIEF

Actuele informatie over onze cursussen in je mailbox. Aanmelden
Waar een wil is, is een weg en waar geen wil is ………is een omweg

Waar een wil is, is een weg en waar geen wil is ………is een omweg

 

Wat een wijsheid. Daar zouden we meer gebruik van moeten maken. 

In het werkveld zie je veel bedrijven die het belang van veilige en gezonde werkomstandigheden inzien. Dié managers willen wel. Ze regelen dat er een goede risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) wordt uitgevoerd, mogelijk nog aangevuld met verdiepende RI&E’s. Adequaat wordt daarna invulling gegeven aan het plan van aanpak en wordt met de daarin geformuleerde verbetervoorstellen voortvarend aan de slag gegaan. De wil is er, de weg is uitgestippeld en wordt ingeslagen.

Maar er zijn ook nog tal van bedrijven waarin managers enigszins wars zijn van arbo. Arbo wordt daar gezien als een bureaucratische verplichting. Dat laatste is soms heel goed te begrijpen als je de soms schier eindeloze vragenlijsten uit de ‘RI&E-instrumenten’ ziet en vervolgens de daaruit volgende dikke RI&E-rapportages, vaak negatief van aard.

Soms ook staan er overdreven maatregelen in, zoals de trap oplopen met twee handen aan de leuning. Natuurlijk moet je niet met je handen in je zakken de trap aflopen. Je moet je handen wel vrijhouden, om bij struikelen, snel een trapleuning te kunnen vastgrijpen. Maar om nou standaard met beide handen twee trapleuningen vast te houden… Zo zijn er voorbeelden te over die overtrokken zijn en daarmee worden de wel nuttige zaken ook niet serieus genomen.

Die managers willen niet: de weg is niet open. 

Dan maar een omweg

Een minder elegante omweg is om als klokkenluider op te treden of om de arbeidsinspectie in te schakelen. Onder externe druk gaan die onwillige bedrijven dan wel aan de slag. Maar niet omdat ze echt willen maar omdat het moet. Ze beperken zich dan waarschijnlijk tot het meest minimale. 

Beter zou zijn die bedrijven op een andere wijze zover te krijgen dat ze wèl willen.

Dat kan door de RI&E veel positiever in te steken, veel meer tijdens de RI&E al te onderzoeken waar er bedrijfseconomische voordelen te behalen zijn.

Een voorbeeld: bij niet-willende managers de diagnose neerleggen dat het binnenklimaat niet optimaal is, maakt weinig kans op een actieve inzet van die managers om dat aan te pakken. Waarschijnlijk denken zij: wat een gezeur, ze zitten toch binnen, lekker droog. Ga anders in de havens, of in de bodemsanering werken. Kortom zo’n actie krijgt van hen een zeer lage prioriteit. Geen wil dus.

Veel overtuigender is het als je laat zien m.b.v. de statistiek dat de productiviteit bij die betreffende medewerkers in de loop van de dag bij een oplopende kooldioxideconcentratie drastisch terugloopt en de kans op het maken van fouten sterk stijgt. Als die verminderde productie wordt gekapitaliseerd, is het wel degelijk (financieel) interessant om het binnenklimaat te optimaleren. Het daarin geïnvesteerde geld betaalt zich door de hogere productiviteit zeer snel terug.

Zo zou, als in de RI&E een zeer goede analyse gegeven wordt van het arbeidsgerelateerde ziekteverzuim, die RI&E veel interessanter zijn voor die managers. Immers met een lager ziekteverzuim is de hele bedrijfsvoering gediend: minder procesverstoringen, minder gedoe, minder kosten. 

Managers komen in beweging wanneer er wat valt te verdienen, niet zo zeer voor het ‘verder optimaliseren’ van de werkomstandigheden. Laten we daarom van de openingsspreuk gebruik maken en hen vaker die (om)weg wijzen.

Deze site kan gebruik maken van cookies. Klik hier voor meer informatie en onze privacyrichtlijnen.
[X - sluiten]